tie die in Duitsland aan de macht is
onlangs tekenen van versoepeling heeft
getoond, en ondanks de weerstand van
de werkgevers voor vrijwel alle sectoren
een minimumloon (8,50 euro/uur) heeft
ingevoerd en de pensioenleeftijd heeft
verlaagd van 67 naar 63 jaar na een carrière van 45 jaar.
april laatstleden.
De btw-verhoging in Japan heeft zeker
druk uitgeoefend op het aankoopgedrag. De gezinsconsumptie is in april met
4,6% op jaarbasis gedaald. Economen
hadden deze daling van de consumptie
verwacht, maar rekenden gemiddeld op
een val van 3,2%. En tegelijkertijd is ook
de industriële productie gedaald met
2,5% op maandbasis. Bedrijven beperkten hun activiteiten om te vermijden dat
ze over buitensporige voorraden zouden
beschikken op een moment waarop de
gezinnen hun aankopen juist uitstelden.
Het Japanse model: de pijlen zijn
lang niet meer zo scherp
In Japan beginnen de pijlen van eerste
minister Shinzo Abe ? het zogenaamde ?Abenomics-beleid?, synoniem voor
overvloedige liquiditeiten en een expansief fiscaal beleid ? hun doeltreffendheid enigszins te verliezen. De groei van
maart 2013 tot maart 2014 bedraagt
slechts 1,3%, en het IMF verwacht voor
dit jaar 1,4%. Hoewel de Japanse centrale bank (BoJ) erin geslaagd is om
de inflatie na jaren van deflatie te laten
stijgen, is dit ten koste gegaan van de
koopkracht van de consumenten. De
lonen zijn immers met slechts 0,1% gestegen of zelfs gedaald als we rekening
houden met de lagere vergoeding voor
overuren en bonussen.
Uitgedrukt op jaarbasis bedraagt de
groei van het eerste kwartaal 5,9%, wat
grotendeels kan worden toegeschreven
aan versnelde investeringen en aankopen van duurzame goederen vóór de
btw-verhoging (van 5% naar 8%) van 1
8
Het Chinese model: opgelet voor de
koerswijziging
China lijkt zich klaar te maken voor de
koerswijziging die in oktober laatstleden
was aangekondigd tijdens het congres
van de communistische partij. Er heersen echter nog steeds twijfels.
A Strijd tegen de vervuiling. Het
verminderen van de vervuiling, weliswaar noodzakelijk en ook gewenst
door de bevolking, dreigt druk uit te
oefenen op de groei. Deze maatregel treft vooral de grote overheidsbedrijven (staal, cement, steenkool),
wat zal leiden tot een daling van de
productie en een inkrimping van het
personeelsbestand.
B Geleidelijke invoering van een
marktlogica. Het doel van deze
maatregel bestaat erin het gunstregime voor overheidsbedrijven stop
te zetten. Zij lenen immers tegen
6%, terwijl kleine ondernemingen
12% moeten betalen en vaak genoodzaakt zijn om een beroep te
doen op de zogenaamde ?schaduwbanken?. In dat kader willen de Chinese leiders particuliere beleggers
beter bewust maken van de risico?s
die zij nemen, vooral bij de financiering van uiterst risicovolle vastgoedprojecten. Die projecten zijn vaak
gelegen in het binnenland, waar de
prijzen dalen, projecten vaak twee
jaar onverkocht blijven en waarvoor
de Chinese overheid niet langer borg
staat in geval van niet-betaling.
C Tegengaan van corruptie. De zoektocht naar topmanagers die worden
beschuldigd van corruptie beperkt
zich niet langer tot de ?kleintjes?, en
iedereen wordt verzocht zijn levensstandaard te verlagen. Dergelijke
maatregelen zullen negatieve gevolgen hebben voor de verkoop van
luxeproducten van lokale winkeliers
en ook voor de Europese exporteurs
van deze producten.
Het IMF rekent op een geslaagde koerswijziging en dus op een zachte landing
van de Chinese economie. Andere economen zijn terughoudender en vinden
dat dit plan alleen kan slagen als de groei
van het bbp fors vertraagt. De Chinese
leiders, bezorgd over de vertraging van
de groei, stimuleren echter alvast nieuwe investeringen en hebben de banken
gevraagd om hun criteria voor de toekenning van vastgoedkredieten te versoepelen. Is het goed om op deze manier
van koers te veranderen, terwijl bepaalde
analisten zich zorgen maken over de financiële en de vastgoedsector? n