Welke ingrepen zijn er nodig om de
e
conomie weer aan te zwengelen?
Volgens de OESO moeten er tegelijkertijd een aantal maatregelen worden
g
enomen:
1. e verbetering van de overheidsfid
nanciën om de fiscale druk te verlagen en de economie weer wat energie in te blazen. Volgens de OESO is
het fout om groei en bezuinigingen
tegenover elkaar te stellen;
2. e invoering van structurele herd
vormingen op de arbeidsmarkt
(lagere lasten, vooral voor jongeren
en 50-plussers) en het onderwijs, en
daar investeren waar de noden het
hoogst zijn;
3. e voortzetting van een zo inschikd
kelijk mogelijk monetair beleid,
met activa-aankopen door de ECB
(waarvan de balans van 3.000 miljard
euro in de buurt zou komen van die
van de Fed, die op 3.200 miljard euro
wordt geraamd).
wilt vermijden. Want hoewel de door
Peking ingevoerde hervormingen om
het economische evenwicht te herstellen op lange termijn positief zijn, ebben
h
ze op korte termijn een negatieve invloed op de activiteit.
India (5,6% in 2014 en 6,4% in 2015)
lijkt stilaan te ontwaken na de verkiezingsoverwinning van Narendra Modi
die de markten en de beleggers opnieuw vertrouwen heeft geschonken. Er
zijn niettemin tal van uitdagingen:
1. e noodzaak om 1.000 miljard
d
d
ollar te investeren om de verhouding tussen industriële productie en
bbp te verhogen van 15% naar 25%
en het land te voorzien van een redelijke infrastructuur (riolering, energie,
e
nzovoort);
2. e beleggers opnieuw vertroud
wen inboezemen: naleving van de
gestemde wetten, vermijden van retroactieve maatregelen zoals de recente intrekking van vergunningen
voor de exploitatie van steenkool;
3. nvesteren in onderwijs: alfabetisei
ringsgraad van 75% (65% voor vrouwen) onder het wereldwijde gemiddelde van 84%.
Opkomende markten: China
bevestigt, India verleidt
Het IMF verwacht een groei van het bbp
in China van 7,4% voor 2014 en van 7,1%
voor 2015. De vastgoedmarkt, die gekenmerkt wordt door aanzienlijke voorraden en prijsdalingen, blijft echter voor
onrust zorgen. Als de toestand er nog
verder verslechtert, zou het bbp fors
dalen, wat wereldwijd gevolgen zou
hebben. De Chinese centrale bank, de
People?s Bank of China (PBoC), heeft de
basisrente echter onlangs verlaagd, wat
erop wijst dat de Chinese overheid een
te sterke vertraging van de economie
Brazilië en Rusland staan aan de rand
van een recessie. Brazilië, waar Dilma
Rousseff nipt opnieuw tot president
werd verkozen, hoopt op echte hervormingen. Rusland wordt geconfronteerd met de daling van de olieprijzen
en de economische sancties in verband
met de crisis in Oekraïne, wat het land
in 2015 dichter bij een recessie kan
b
rengen.
Talrijke risico?s
Zoals gewoonlijk houden de vooruitzichten van het IMF geen rekening met een
aanzienlijke toename van risico?s op verschillende vlakken: geopolitieke risico?s
(Oekraïne, Midden-Oosten, Chinese
zee), gezondheidsrisico?s (ebolavirus) en
klimaatrisico?s (waterschaarste, ook in
de Verenigde Staten, waar dat gevolgen
zou kunnen hebben voor de exploitatie
van schaliegas).
Op financieel vlak wilt het IMF voornamelijk de aandacht estigen op:
v
1. e groei van het fenomeen van de
d
schaduwbanken die al twee keer zoveel krediet hebben verstrekt als de
gereglementeerde banken in de Verenigde Staten, en circa 45% van het
bbp in China hebben gefinancierd;
2. e uitbundigheid van de financiëd
le markten, die risico?s nemen om
de zwakke rendementen van overheidsactiva te compenseren. Als die
met 1% zouden stijgen, dan zouden
de houders van bedrijfsobligaties een
verlies van 4.000 miljard dollar lijden;
3. egionale verschillen in monetair
r
beleid: het jaar 2015 zou een cyclus
van rentestijgingen in de Verenigde
Staten en het Verenigd Koninkrijk
moeten inluiden, terwijl de rente in de
eurozone en Japan rond het nulpunt
zou moeten blijven schommelen. Het
verbod van de ECB om de liquiditeits
injecties in de markt te gebruiken
voor de aankoop van overheidsactiva
zou bovendien kunnen leiden tot een
verbreding van de spread tussen de
Duitse Bund en de overheidsobligaties uit het zuiden van Europa;
4. e daling van de kwaliteit van
d
b
edrijfsobligaties: het aantal uitgiften met een rating van AA en A is
gedaald van 47% in 2008 tot 12% in
2014, en het aantal uitgiften met een
rating tussen BBB en B is gestegen
van 21% tot 42%;
5. e daling van de olieprijzen (ruim
d
35% sinds juni), die de begroting van
exporterende landen zoals Venezuela
(dat een prijs van 160 dollar per vat
nodig heeft) en Rusland (100 dollar
per vat) onder druk zet;
6. en financiële crisis in Rusland, dat
e
al het hoofd moet bieden aan een kapitaalvlucht van 128 miljard dollar in
2014 en van naar schatting 100 miljard dollar in 2015.
7